U denkt misschien: Het tuchtrecht, daar krijg ik nooit mee te maken, en als het gebeurt leg ik goed uit wat ik gedaan heb en dan komt het wel goed. De kans op een tuchtklacht verschilt tussen de specialismen, maar als het u overkomt, dan komt u in een andere werkelijkheid terecht. Een werkelijkheid waarin een onterechte veroordeling beslist niet is uitgesloten. Voor veel mensen is het een hele nare ervaring. En een berisping of waarschuwing lijkt misschien mee te vallen, maar kan nare consequenties hebben voor uw carrière.
Europese regelgeving stelt bijv. dat een ‘ernstige beroepsfout’ reden is voor uitsluiting van een aanbestedingstraject, bijv. voor een contract met een gemeente.
Het is dus erg belangrijk dat een veroordeling terecht is, en dat is te vaak niet zo. Wij geven een paar voorbeelden van onterechte veroordelingen die niet bijdragen aan kwaliteit van zorg of zelfs ronduit gevaarlijk zijn. Wij willen daarmee duidelijk maken, dat dit u ook kan overkomen.
Casus 1: Specialist Ouderengeneeskunde
Een specialist ouderengeneeskunde werkt in een situatie met ernstige onderbezetting. Ondanks contact hierover met het management blijft de onderbezetting een feit. Het centraal college onderkent de relatie tussen onderbezetting en kwalitatief mindere zorg, maar concludeert:
“Het blijft het de verantwoording van verweerster niet te werken in een omgeving waarin geen verantwoorde zorg kan worden geboden en kan haar dat ook tuchtrechtelijk worden verweten.”
Zorg is een keten, van de tweede kamer tot het bed. Als er ergens in de keten gefaald wordt, en de zorgverlener kan dit niet corrigeren, dan is dat nu tuchtrechtelijk verwijtbaar. Organisatorisch falen wordt een medische fout, en beter geen zorg dan suboptimale zorg.
Deze uitspraak is bijzonder gevaarlijk omdat de zorg complex is en vele onderlinge afhankelijkheden kent. Dit is een organisatorische uitdaging, maar nu maakt de rechter de arts verantwoordelijk voor het eindresultaat. Het enige middel: stoppen met zorg verlenen staat weer haaks op andere regelgeving over zorgplicht en recht op zorg. Kiezen in welk geval welke regel geldt is het risico van de zorgverlener.
Casus 2: Huisarts
Een huisarts heeft een patiënt met psychiatrische klachten verwezen naar een psychologen praktijk. Ondanks de behandeling verslechtert patiënt en dit komt op het bord van de huisarts. De crisisdienst GGZ weigert patiënt te zien omdat deze onder behandeling was van de psycholoog. De psychologenpraktijk weigert patiënt te zien omdat ze geen crisismogelijkheden heeft. Het eindigt met de suïcide van de patiënt.
Het centraal tuchtcollege veroordeelt de huisarts voor niet doortastend genoeg handelen:
“Hij had (nadrukkelijker) moeten aandringen op een spoedbeoordeling, te meer ook nu de HAP in de ochtend de ouders had geadviseerd om een spoedverwijzing voor beoordeling door een psychiater dan wel crisisdienst te vragen”.
Totaal systeemfalen van meerdere organisaties en de huisarts, die als enige geprobeerd heeft iets te regelen, wordt verantwoordelijk gesteld. Ook hier wordt organisatorisch falen tot een verwijtbaar medisch handelen gemaakt door het tuchtcollege. De huisarts heeft niet de middelen om zorginstellingen te dwingen hun werk te doen, een rechter wel.
Bijzonder triest is de wanhoop van de ouders en de huisarts die tussen de regels van de uitspraak te lezen is.
Casus 3: Gynaecoloog
Een zwangere patiënt met een medische indicatie laat na een intake gesprek bij een gynaecoloog niets meer van zich horen. Ze lijkt zich te onttrekken aan zorg. De gynaecoloog neemt haar verantwoording voor het ongeboren kind en doet vele vruchteloze pogingen om de patiënt zorg te laten accepteren. Ze raadpleegt zelfs een jurist voordat zij uiteindelijk een melding Veilig Thuis doet. Nadat achteraf blijkt dat patiënt toch medische zorg elders krijgt laat zij deze melding vernietigen.
De gynaecoloog wordt veroordeeld, o.a. op de volgende punten:
- De patiënt is onheus bejegend en de grenzen van goed hulpverlenerschap zijn overtreden.
Er is eenmalig contact geweest tussen arts en patiënt wat de patiënt kennelijk niet beviel. Wat de arts fout heeft gedaan blijft ongewis, want patiënt heeft dit deel uit haar dossier laten verwijderen. Het college oordeelt over dit ene contact:
“De vraag wat precies in het gesprek is voorgevallen behoeft naar het oordeel van het college ook geen beantwoording”
“Het antwoord op de vraag op welke wijze de patiënt zich in het gesprek heeft opgesteld is hierbij niet relevant.”
Dit maakt de arts volkomen vogelvrij. Als de patiënt een gesprek niet aangenaam vindt en de zorgverlener weet niet door genoeg hoepels te springen, dan is dit tuchtrechtelijk verwijtbaar. Adequate dossiervoering beschermt ook niet. Een patiënt kan relevante informatie laten verwijderen.
- De gynaecoloog heeft het beroepsgeheim geschonden met de melding Veilig Thuis.
Veilig thuis is één loket voor vele jeugdzorg instanties en werkt als een zeef: een vermoeden van mishandeling wordt gemeld en veilig thuis gaat het kaf van het koren scheiden, om vervolgens, indien nodig, de juiste instanties in te schakelen. Als een zorgverlener een veilig thuis melding doet is dit feitelijk het in consult vragen van andere hulpverleners. Op de site van de overheid staat:
- De meldcode is verplicht voor de sector gezondheidszorg
- Melden is noodzakelijk zowel bij acute als structurele onveiligheid
Kortom: volgens de overheid was de gynaecoloog verplicht een melding veilig thuis te doen. Het centraal tuchtcollege ziet dit anders: “Dit middel moet worden gezien als een laatste redmiddel”.
Het is onaanvaardbaar, dat een hulpverlener de dupe wordt van verschillende interpretaties van een meldplicht. Als je verkeerd gokt wordt je veroordeeld en volgt een sanctie, zelfs als je de melding snel weer laat vernietigen.
Bevorderen van kwaliteit:
Een patiënt onttrekt zich aan zorg, negeert pogingen tot communicatie met de arts, geeft geen toestemming voor toegang tot informatie, geeft geen toestemming voor contact met de huisarts en laat delen van het dossier verwijderen. De arts respecteert de wensen van patiënt, maar doet haar best om het ongeboren kind te beschermen. Vervolgens wordt een klacht met termen als: ‘onheus bejegend’, ‘verbluffend hardnekkige tunnelvisie’, ‘grenzen stevig met voeten getreden’ en ‘onzorgvuldig, eenzijdig en gekleurd’ gegrond verklaard door het Centraal tuchtcollege.
Niet alleen wordt hier niet getoetst aan de beroepsnorm, deze uitspraak doet afbreuk aan de kwaliteit van zorg.